
Zal ik eens wat vertellen?
Toen Meisjelief een kleine baby was, had zij lange blonde krullen, zo zacht als zijde. Papa schrok zich een bult, toen meisjelief zo uit Mama's buik kwam. Het was een mirakel! Die kleine spruit had een haardos die reikte tot aan haar naveltje. Mama specialiseerde zich algauw in het borstelen, wassen en vlechten van het weelderig groeiende haar, zodat haar kleine meid er steeds als een plaatje bijliep. Iedereen prees het meisje met haar leuke opwippende krullen, haar lange vlechten die haar ondeugende gezichtje als een mooi ingelijst schilderijtje omkaderden en haar bescheidenheid, waarmee ze al deze lof in ontvangst nam. En zo huppelde Meisjelief door haar eerste jaren hier op aarde, in een waas van gelukzaligheid, die slechts na het verstrijken ervan aan Meisjelief zelf duidelijk werd. Toen Meisjelief een meid geworden was, begonnen zich de eerste scheurtjes te vertonen in het perfecte plaatje dat haar leven betrof. Het Eerste Ongeluk was een beetje beschamend. Meisjeliefs haar kreeg plots de meest opvallende kleuren. Zomaar, van de ene dag op de andere. Zo kwam het dat zij de ene dag vuurrood haar had en de volgende plots gifgroen. Papa schrok zich meerdere malen een ongeluk als zij 's morgens aan de onbijttafel verscheen. Na verloop van tijd liep het volledig de spuigaten uit, want de kleuren vermengden zich met elkaar tot de dag dat haar haar een onveranderlijke, akelig olijfbruine kleur verkregen had. Mama probeerde verscheidene middeltjes, van wassen met kruidenextracten tot het haar met chemische stoffen aan te pakken. Maar niets hielp. De gouden lokken waren voor eeuwig verleden tijd. Meisjelief voelde zich ontzettend miserabel. Ze dacht dat dit het ergste was dat haar kon overkomen, maar dan had ze Het Tweede Ongeluk niet in rekening gebracht. Op een ochtend wankelde ze, nog steeds een beetje slaapdronken, naar de spiegel waar ze zoals altijd haar lange haren op een dotje draaide. Sinds het Eerste Ongeluk durfde ze haar haar immers niet langer los dragen. Toen ze echter in de spiegel keek, stelde ze verbijsterd vast dat haar haren stuk voor stuk stijf omhoog stonden, alsof er iemand in de duisternis van de nacht een grote bus haarlak had op leeggespoten. Ze wreef een keer of drie haar oogjes uit, maar tevergeefs. Niets of niemand kon het meisje in de spiegel haar krullen terugschenken. Niet alleen Papa, maar zelfs Mama schrok zich ditmaal een bult. Maar eenmaal van de eerste schrik bekomen, trad Mama in actie. Vastberaden het haar van haar dochter opnieuw in de juiste positie te krijgen, zeepte zij het goedje in en waste zij onverschrokken de hele dag door, tot het haar, na zwaar labeur, uiteindelijk weer op een natuurlijke manier langs het gezicht van Meisjelief hing. Maar Het Ongeluk was geschied. De krullen waren voorgoed verdwenen. Meisjelief huilde bittere tranen, maar enkele weken later had zij zich met haar lot verzoend en met het feit dat ze niet langer krullend door het leven ging. Kort daarna echter, kwam de genadeslag in de vorm van Het Derde Ongeluk. Meisjeliefs haar vertoonde bij het ontwaken steeds moeilijker te ontwarren knopen. In het begin was het uitkammen van de vele knopen slechts een vervelend ochtendritueel geweest. Maar elke dag bracht Mama meer en meer uren door met het borstelen van het haar. Tot de dag kwam dat Meisjelief zo in de knoop zat, dat er niets anders opzat dan het haar, dat eens zo mooi had geblonken in de ochtendzon, af te scheren. Meisjelief werd verscheurd door onuitputtelijk verdriet omwille van het verlies van kostbare haar. Ze durfde het huis niet meer uit uit angst voor spot en pesterijen en besloot iedere dag een papieren hoedje te vouwen uit de ochtendkrant, dat ze ter bescherming van haar gevoelige hoofdhuid opzette. Tegen de tijd dat de avond viel, was het hoedje verkreukeld, zodat zij iedere ochtend een nieuwtje moest vouwen. Maar zij vond troost in dit trieste ritueel, omdat het een vervanging vormde van haar vroegere borstelrituelen. Algauw kwijnde Meisjelief weg in haar eigen universum dat eruit bestond de miserie die in de wereld heerste op haar hoofd plaatsen, recht bovenop haar eigen trieste lot. Toen op een dag de krant te laat aan huis werd geleverd, zat Meisjelief ongemakkelijk wachtend voor het raam tot de postbode er eindelijk zou aankomen. Uren gingen voorbij. Toen de jongen eindelijk aan hun brievenbusje aanbeland was, snelde ze gauw naar buiten om de krant in ontvangst te nemen. Toen de postbode haar in een haast naar de bus zag huppelen, was hij op slag betoverd door het mooie kale meisje die zij in zijn ogen was. Toen hij haar de krant overhandigde, vroeg hij beleefd en een beetje blozend haar naam. "Meisjelief", antwoordde Meisjelief verwonderd. Ze verstond niet hoe het kwam dat zij geen spottende blik in zijn ogen kon bespeuren. "Mijn naam is Croes Klevene", zei hij en voegde daar aan toe dat hij zo was genoemd omwille van zijn kroeshaar dat hij reeds sinds zijn geboorte had. En plots was het alsof er terug leven werd geblazen in het lichaam van Meisjelief. Prompt begon zij honderduit te vertellen, ze lachte speels en wandelde een eind met de lieve postbode mee. Geen haar op haar hoofd dat nog dacht aan de lange donkere dagen dat zij binnenshuis had doorgebracht. Ze genoot van de warme zon die haar gevoelige huid weer kleur gaf, van de wind die haar jurkje deed wapperen, van de verhalen die de jongen met kroeshaar aan haar zijde met schorre stem vertelde. Ze konden het zo goed vinden samen, dat een nieuw dagelijks wandelritueel ontstond en sinds die dag vouwde Meisjelief geen hoedjes meer van de ochtendkrant en kwam de postbode nooit meer te laat.
(Sarah op dKH - 03/04/06)
------------------------------------------------------------
Dit is het eerste plaatje dat ik bij dit verhaaltje tekende, maar ik wil pogen om er nog een aantal uit mijn potlood te halen. Mijn eerste poging, Meisjelief als baby in een kinderwagen, ging compleet de mist in, want baby's zijn niks voor mij. De toekomst zal weten te vertellen of ik De Drie Ongelukken, papieren hoedjes en Papa's die zich een bult schrikken, kan tekenen.
En verder, ik weet het... 'Croes Klevene' ... het is een weggever. Het is niet bepaald even hip als 'Mr Mojo Risin' van Jim Morrison, maar Koen wilde zo graag een anagram van zijn naam, dus stopte ik het resultaat van lang puzzelen met de letters van zijn naam in dit verhaaltje...
Liefde is...een anagram maken van elkaars naam.
;-)